Dat bepleit de Gezondheidsraad in een advies aan het kabinet. Het advies is er een met een groot voorbehoud. Het is namelijk nog onduidelijk welke vaccins voor Nederland beschikbaar komen, op welke termijn en in welke hoeveelheden. Van de kansrijke vaccins waarvan Nederland bestellingen heeft geplaatst, zijn nog te weinig gegevens bekend over de werking. Bovendien is nog niet te zeggen wat de besmettingsgraad is tegen de tijd dat Nederland kan gaan vaccineren.
Met die onzekerheid kiest de Gezondheidsraad voor de strategie om zoveel mogelijk ziekte en sterfte te voorkomen. Aangezien het coronavirus vooral slachtoffers maakt onder 60-plussers en medische risicogroepen, ligt het voor de hand om die groep eerst te vaccineren. Als de patiënten met bijvoorbeeld longaandoeningen niet zelf kunnen worden gevaccineerd, dan kunnen zorgverleners en mantelzorgers in hun omgeving aanspraak maken op een vaccin, aangezien zij een verhoogd risico lopen om besmet te raken.
Dilemma: kwetsbaren buiten de boot
Met deze strategie is wel een probleem, aangezien deze groep ongeveer 5 tot 6 miljoen Nederlanders omvat. De eerste maanden van de vaccinatiecampagne zijn er waarschijnlijk niet voldoende vaccins voorhanden om die hele doelgroep in te enten. Daarom is volgens de Gezondheidsraad ’nadere prioritering’ nodig. Oftewel: het kabinet zal de doelgroep nog scherper moeten scheiden. Ook van de ouderen en kwetsbaren zullen in de eerste fase mensen buiten de boot vallen.
Plan B: jongeren eerst
De Gezondheidsraad houdt nadrukkelijk ook een andere strategie open: voorkomen dat het virus zich verspreidt. Bij een lager aantal besmettingen levert dat mogelijk meer gezondheidswinst op. In dat geval zouden degenen voorrang moeten krijgen die het meeste risico lopen op besmetting: jongeren in de leeftijd tussen 20 en 30 jaar, een leeftijdsgroep die ongeveer 2 miljoen mensen omvat. Via deze strategie worden ouderen en kwetsbaren indirect beschermd, aangezien zij dan minder kans lopen op een besmetting. „Er is echter meer onderzoek nodig om te bepalen welk effect kan worden behaald met deze strategie”, schrijft de Gezondheidsraad.